Hij droeg daarbij een speciaal gemaakte beschermende laars. De Jararaca-lanspuntslang is de meest voorkomende giftige slangensoort in het zuidoosten van Brazilië.
Maar volgens onderzoeker João Miguel Alves-Nunes wordt er in Brazilië weinig onderzoek gedaan naar slangen. De meeste onderzoeken kijken daarnaast niet naar de factoren die ervoor zorgen dat de slangen bijten, zegt hij in vakblad Science.
Voor zijn experimenten gebruikte hij 116 dieren. Nadat de proefslangen een kwartier gewend waren in de onderzoeksruimte, stapte de bioloog met zijn veiligheidslaars direct naast de slangen of zachtjes op hun kop, buik of staart. Tijdens het onderzoek dat meerdere dagen in beslag nam, stapte Alves-Nunes in totaal 40.480 keer op en naast de slangen.
Bij geen van de beten van de slangen raakte hij gewond omdat de giftanden niet door zijn schoenen kwamen.
Vrouwtjes agressiever
Uit het onderzoek blijkt dat hoe kleiner het dier is, hoe groter de kans is dat het zal bijten. “Bovendien zijn de vrouwtjes agressiever en zullen ze vaker bijten, vooral als ze jong zijn en bij daglicht”, zegt Alves-Nunes. Uit het onderzoek blijkt ook dat de dieren agressiever zijn bij hogere temperaturen en dat de kans op een beet het grootst is als je op de kop van de slang gaat staan.
De onderzoeker hoopt dat de resultaten zullen leiden tot een betere verspreiding van tegengif. Nu moeten mensen die gebeten zijn ver reizen omdat er geen tegengif voor handen is op de plek waar ze zijn aangevallen.
Door de uitkomsten te combineren met andere onderzoeksresultaten moet het bovendien mogelijk zijn om de plaatsen te identificeren waar de dieren waarschijnlijk agressief zijn. “Warmere plaatsen met een groter aandeel vrouwelijke slangen moeten bijvoorbeeld voorrang krijgen bij het verspreiden van tegengif”, vindt Alves-Nunes.